MAZDA MODEL 6 2016 Handleiding (in Dutch) 

Page 611 of 850

5–156
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Probleem Oorzaak Oplossingsmethode
Wordt niet automatisch verbonden
wanneer de motor gestart wordt De paringinformatie wordt
bijgewerkt wanneer het
besturingssysteem van het apparaat
wordt bijgewerkt. Voer paring nogmaals uit.
*1 Instelling die de aanwezigheid opspoort van apparatuur buiten de Bluetooth
® eenheid

OPMERKING
  Bij het updaten van het besturingssysteem van de apparatuur bestaat de kans dat de
paringinformatie gewist wordt. Herprogrammeer in dit geval de paringinformatie in de
Bluetooth
® eenheid.   Als u uw telefoon paart die reeds in het verleden meerdere malen aan uw auto is
gepaard, dient u “Mazda” op uw mobiele apparaat te wissen. Voer vervolgens de
Bluetooth
® zoekprocedure nogmaals op uw mobiele apparaat uit en paar dit aan een
nieuw opgespoorde “Mazda”.
  Controleer alvorens u uw apparaat paart, dat Bluetooth ® op zowel uw telefoon als op
de auto “AAN” zijn.
  Als met Bluetooth ® uitgeruste apparatuur op de volgende plaatsen of omstandigheden
wordt gebruikt, is verbinding via Bluetooth ® wellicht niet mogelijk.  


 Het apparaat bevindt zich op een plaats die verborgen is voor de middendisplay,
zoals achter of onder een zitting of in de handschoenenkast.
 


 Het apparaat komt in contact met of wordt afgedekt door een metalen voorwerp of
behuizing.
 


 Het apparaat is ingesteld op de energiebesparingsmodus. 

 Voor Bluetooth ® handsfree en Bluetooth ® audio kan diverse met Bluetooth ® uitgeruste
apparatuur worden gebruikt. Bijvoorbeeld, apparaat A kan worden aangesloten als
een Bluetooth
® handsfree apparaat en apparaat B kan worden aangesloten als een
Bluetooth ® audio-apparaat. Echter als deze tegelijkertijd worden gebruikt, kan zich het
volgende voordoen.
 


 De Bluetooth ® verbinding van het apparaat wordt verbroken.



 Er doet zich storing voor in de handsfree audio.



 Handsfree werkt langzaam.



Page 612 of 850

5–157
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Problemen die verband houden met de spraakherkenning
Probleem Oorzaak Oplossingsmethode
Slechte spraakherkenning
Buitengewoon langzame spraak.
Buitengewoon harde spraak
(schreeuwen).

 Spreken alvorens de pieptoon is
beëindigd.

 Harde geluiden (gepraat of lawaai
van buiten/binnen de auto).

 Luchtstroom van airconditioning
blaast tegen de microfoon.

 Spreken in niet-standaard
uitdrukkingen (dialect). Betreffende de oorzaken die links
worden aangegeven, letten op de
manier waarop u spreekt. Ook
wanneer getallen achter elkaar
worden uitgesproken verbetert de
spraakherkenning als er tussen de
getallen geen pauze wordt ingelast. Verkeerde herkenning van nummers
Slechte spraakherkenning Er is een defect in de microfoon. Er is mogelijk een slechte
verbinding of een defect in
de microfoon. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur.
Spraakherkenning verband houdend
met de telefoon is uitgeschakeld Er is een probleem met de
verbinding tussen de Bluetooth
®
eenheid en het apparaat. Controleer op problemen met de
paring van de apparatuur of met de
verbinding, als er na het controleren
van de paringsituatie een defect is.
Namen in het telefoonboek worden
niet gemakkelijk herkend Het Bluetooth
® systeem is in een
toestand welke herkenning moeilijk
maakt. Door het nemen van de
volgende maatregelen wordt de
spraakherkenning verbeterd.
Wis het geheugen uit een
telefoonboek dat niet vaak gebruikt
wordt.

 Vermijd verkorte namen, gebruik
volledige namen. (Herkenning
verbetert naarmate de naam langer
is. Door geen namen te gebruiken
als “Moeder”, “Vader”, wordt de
herkenning verbeterd.)
Bij bediening van de audio, wordt
de naam van een muziekstuk niet
herkend. Namen van muziekstukken kunnen
door de spraakherkenning niet
worden herkend. —
U wilt de begeleiding overslaan — De begeleiding kan overgeslagen
worden door de sprekentoets snel in
te drukken en los te laten.



Page 613 of 850

5–158
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Betreffende problemen met telefoongesprekken
Probleem Oorzaak Oplossingsmethode
Aan het begin van een
telefoongesprek, zijn rijgeluiden van
de andere partij hoorbaar Gedurende ongeveer drie seconden
na het begin van een gesprek, heeft
de storingonderdrukkingsfunctie
van de Bluetooth
® eenheid enige tijd
nodig om zich aan te passen aan de
gespreksomgeving. Dit duidt echter niet op een
probleem met de apparatuur.
De andere partij is niet hoorbaar of
de stem van de spreker is zacht Het volume is op nul of laag
ingesteld. Stel het volume hoger af.

Overige problemen
Probleem Oorzaak Oplossingsmethode
De resterende batterijlading wordt bij
de auto en het apparaat verschillend
aangeduid De methode van aanduiding is bij de
auto en het apparaat verschillend. —
Wanneer er vanuit de auto wordt gebeld,
wordt het telefoonnummer bijgewerkt in
de registratie van inkomende/uitgaande
gesprekken, echter de naam verschijnt
niet Het nummer is niet in het telefoonboek
opgeslagen. Als het nummer in het telefoonboek
is opgeslagen, wordt de registratie
van inkomende/uitgaande gesprekken
bijgewerkt bij de naam in het
telefoonboek zodra de motor opnieuw
gestart wordt.
De mobiele telefoon werkt voor wat
betreft de registratie van inkomende/
uitgaande gesprekken niet synchroon
met de auto Bepaalde typen mobiele telefoons
worden niet automatisch
gesynchroniseerd. Bedien de mobiele telefoon voor
synchronisatie.
Het duurt lang om de functie voor het
veranderen van de taal te voltooien Hiervoor is maximaal 60 seconden
nodig. —



Page 614 of 850

5–159
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
Zonnekleppen
Voor gebruik van een zonneklep aan de
voorzijde, deze naar beneden klappen.
Voor gebruik bij een van de zijramen, de
zonneklep opzij klappen.

Zonneklep

Make-up spiegeltjes
Voor het gebruik van een make-up
spiegeltje, de zonneklep naar beneden
klappen.
Als uw auto voorzien is van een make-up
spiegelverlichting, zal deze gaan branden
wanneer u de afdekking opent.
Om uitputting van de accu te voorkomen,
gaat de make-up spiegelverlichting alleen
branden wanneer de zonneklep in de hoek
wordt gedraaid zoals aangegeven in de
afbeelding.


uit
uit
aan

Interieurverlichting
OPMERKING
Laat wanneer de motor stop staat de
verlichting niet gedurende langere tijd
branden. Anders bestaat de kans dat de
accu uitgeput raakt.
Plafondlampen
Schakelaarstand Plafondlampen

Verlichting uit


Verlichting gaat aan wanneer
een portier geopend wordt

 Verlichting gaat aan
of uit wanneer het
instapverlichtingssysteem is
ingeschakeld

Verlichting aan



OPMERKING
De achterste kaartleeslampen worden
ook in- en uitgeschakeld wanneer de
plafondverlichtingschakelaar gebruikt
wordt.


Page 615 of 850

5–160
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
Voorste kaartleeslampen
Wanneer de plafondverlichtingschakelaar
in de stand portier of uit staat, op de lens
drukken om de voorste kaartleeslampen
te laten branden en vervolgens nogmaals
op de lens drukken om de lampen uit te
schakelen.


OPMERKING
De voorste kaartleeslampen gaan in
onderstaande gevallen als de lens wordt
ingedrukt niet uit:
 
 De plafondverlichtingschakelaar
staat in de stand ON.
  De plafondverlichtingschakelaar
staat in de stand portier terwijl een
portier open staat.
  Het instapverlichtingsysteem is aan.
Achterste kaartleeslampen
Wanneer de plafondverlichtingschakelaar
in de stand portier of uit staat, op de lens
drukken om een achterste kaartleeslamp
te laten branden en vervolgens nogmaals
op de lens drukken om de lamp uit te
schakelen.


OPMERKING
  Wanneer de achterste
kaartleeslampen eenmaal zijn
uitgeschakeld, gaan deze aan en uit
afhankelijk van de stand waarin de
plafondverlichtingschakelaar gezet
is.
  De achterste kaartleeslampen gaan
ook als de lens wordt ingedrukt in
onderstaande gevallen niet uit:
 


 De plafondverlichtingschakelaar is
ON.
 


 De plafondverlichtingschakelaar
staat in de stand portier terwijl een
portier open staat.
 


 Het instapverlichtingsysteem is
aan.
Bagageruimteverlichting


Schakelaarstand Bagageruimteverlichting

Verlichting uit

Verlichting gaat aan wanneer de
achterklep wordt geopend



Page 616 of 850

5–161
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
*Bepaalde modellen.
Kofferruimteverlichting
De kofferruimteverlichting gaat aan
wanneer het kofferdeksel wordt geopend
en gaat uit wanneer dit wordt gesloten.


OPMERKING
Om uitgeput raken van de accu te
voorkomen, het kofferdeksel niet
gedurende lange tijd geopend laten
wanneer de motor niet draait.
Instapverlichtingen
Gaat aan wanneer een portier
geopend wordt of wanneer het
instapverlichtingssysteem is ingeschakeld.

Instapverlichting
Omgevingsverlichting *
De omgevingsverlichting blijft continu
branden wanneer het contact op ON wordt
gezet.
De omgevingsverlichting dimt wanneer
de positielampen of de koplampen
ingeschakeld worden.

Omgevingsverlichting
OPMERKING
  Wanneer het contact op OFF wordt
gezet, gaat de omgevingsverlichting
aan of uit in samenhang met het
instapverlichtingssysteem.
  Terwijl de positielampen of
de koplampen ingeschakeld
zijn, kan de lichtsterkte van de
omgevingsverlichting gewijzigd
worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .


Page 617 of 850

5–162
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
*Bepaalde modellen.
Instapverlichtingssysteem
Wanneer het instapverlichtingssysteem
in werking is, gaat de plafondverlichting,
de instapverlichtingen en de
omgevingsverlichting
* onder de volgende
omstandigheden branden:
 


 Nadat het bestuurdersportier ontgrendeld
is en het contact is uitgezet.
 


 Nadat alle portieren zijn gesloten en het
contact is uitgezet.

OPMERKING
  (Plafondlampen)  Het systeem van de
instapverlichting werkt wanneer de
plafondverlichtingschakelaar in de
stand DOOR staat.
  De verlichtingstijd verschilt
afhankelijk van het gebruik.
  Accubesparing  Als het contact op OFF is gezet en
een interieurverlichting is blijven
branden, gaat de verlichting na
ongeveer 30 minuten automatisch
uit om uitputting van de accu te
voorkomen.
  De werking van het systeem van
de instapverlichting kan gewijzigd
worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .
Stekkerbussen voor
accessoires
Gebruik uitsluitend originele Mazda
accessoires of daaraan gelijkwaardige met
een stroomverbruik van niet meer dan 120
W (12 V gelijkstroom, 10 A).
Het contact dient op ACC of ON te staan.
Voor


Midden




Page 618 of 850

5–163
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
Achter (Wagon)



OPGELET
  Let op de volgende punten om
beschadiging van de stekkerbus voor
accessoires of het defect raken van
het elektrische circuit te voorkomen:
 


 Gebruik geen accessoires met een
stroomverbruik dat hoger is dan
120 W (12 V gelijkstroom, 10 A).
 


 Gebruik geen accessoires die geen
originele Mazda accessoires of
daaraan gelijkwaardig zijn.
 


 Sluit het kapje wanneer de
stekkerbus voor accessoires niet
gebruikt wordt om te voorkomen
dat vreemde voorwerpen en
vloeistoffen in de stekkerbus voor
accessoires terechtkomen.
 


 Steek de stekker op correcte wijze
in de stekkerbus voor accessoires.
 


 Steek de sigarettenaansteker niet in
de stekkerbus voor accessoires.
 
 Bij de audioweergave kan storing
optreden, afhankelijk van de
apparatuur die op de stekkerbus voor
accessoires is aangesloten.
OPGELET
  Het is mogelijk dat door aansluiting
van bepaalde apparatuur op de
stekkerbus voor accessoires
problemen met het elektrische
systeem van de auto veroorzaakt
worden, wat er toe kan leiden dat
het waarschuwingslampje gaat
branden. Maak de aangesloten
apparatuur los en controleer dat
het probleem is opgelost. Als het
probleem is opgelost, de apparatuur
uit de stekkerbus verwijderen en
het contact uitzetten. Raadpleeg als
het probleem niet is opgelost een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur.
OPMERKING
Om te voorkomen dat de accu uitgeput
raakt, de stekkerbus niet gedurende
langere tijd gebruiken wanneer de motor
stopgezet is of stationair draait.


Page 619 of 850

5–16 4
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
Gebruik van de stekkerbus voor
accessoires
1. Open het kapje.
2. Leid het aansluitsnoer door de
uitsparing van de console en steek
de stekker in de stekkerbus voor
accessoires.


Plug

Bekerhouder
WAARSCHUWING
Gebruik tijdens het rijden de
bekerhouder dus nooit voor het
vasthouden van hete dranken:
Het is gevaarlijk wanneer een
bekerhouder tijdens het rijden voor het
vasthouden van hete dranken gebruikt
wordt. Als de inhoud wordt gemorst,
bestaat de kans dat u brandwonden
oploopt.

Plaats geen andere voorwerpen
dan bekers of drankblikjes in de
bekerhouders:
Het plaatsen van andere voorwerpen
dan bekers of drankblikjes in een
bekerhouder is gevaarlijk.
Tijdens abrupt remmen of draaien
van het stuurwiel bestaat de kans dat
de inzittenden door de voorwerpen
geraakt worden en letsel oplopen of
dat de voorwerpen door het interieur
geslingerd worden waardoor de
bestuurder hinder kan ondervinden en
een ongeluk zou kunnen veroorzaken.
Gebruik een bekerhouder enkel voor
bekers en drankblikjes.


Page 620 of 850

5–165
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
Voor
Voor gebruik van de bekerhouder, het
deksel schuiven en dit openen.


Achter
De achterste bekerhouder bevindt
zich in de middelste armsteun van de
achterzitting.


Fleshouder
Aan de binnenzijde van de portieren
bevinden zich À eshouders.

Fleshouder

OPGELET
Gebruik de À eshouders niet voor À essen
zonder doppen. De kans bestaat dat de
inhoud bij het openen of sluiten van het
portier gemorst wordt.


Page:   < prev 1-10 ... 571-580 581-590 591-600 601-610 611-620 621-630 631-640 641-650 651-660 ... 850 next >